Ervaringen met de Crisiskaart
Olga is gebruiker Crisiskaart: ‘De Crisiskaart is belangrijker dan mijn paspoort’
Ik ben Olga en ik ben de leeftijd van 50 jaar gepasseerd. Naast mijn psychische kwetsbaarheid heb ik ook veel fysieke problematiek. Deze beide ongemakken worden door elkaar versterkt. Bij de organisatie, waar ik vrijwilligerswerk doe, was er een voorlichting over de Crisiskaart. Door deze voorlichting werd ik zeer enthousiast over het maken van een Crisiskaart. Omdat ik diezelfde maand nog zou gaan vliegen naar familie in Turkije, leek mij dit een goede manier om mijn angst voor mogelijke problemen zo minimaal mogelijk te maken. Binnen een paar dagen kon ik een afspraak maken met een Crisiskaartconsulent. Tijdens het eerste gesprek kon zij mij beloven op korte termijn een Crisiskaart voor mij te maken. Hierdoor kreeg ik veel vertrouwen in een goede afloop. Ik maakte mij al maanden druk en zag erg op tegen de reis. Binnen een week had de Crisiskaartconsulent mijn crisisplan en concept Crisiskaart gemaakt. Een collega heeft daarna de kaart in het Engels vertaald en ik kon daarom de volgende dag vliegen.
Op de heenreis in het vliegtuig heb ik de kaart al moeten gebruiken omdat ik onwel werd. De passagier naast mij heb ik mijn kaart gegeven en deze heeft de passagier aan de stewardess gegeven. Zij heeft precies gedaan wat er op mijn kaart stond. Het bleek dat mijn suiker veel te laag was. Doordat dit snel duidelijk werd en er adequaat gehandeld werd, is erger voorkomen. Hierdoor ben ik veilig op mijn eindbestemming gekomen. Ik heb de kaart nog een aantal keer moeten gebruiken. Zelfs een arts in Turkije vond de Crisiskaart een goed instrument. Door het hebben van een Crisiskaart was het voor mij veilig genoeg om ook weer terug te vliegen. Het hebben van een kaart heeft op meerdere vlakken mijn leven veranderd. Binnen een jaar durfde ik meer de straat op en was ik niet meer zo angstig. Ik was zelfs minder afhankelijk van mijn rollator. Door deze goede ervaringen is mijn leven kwalitatief zeer verbeterd en ik raad iedereen, die ik spreek, een Crisiskaart aan.
Ten tijde van mijn reis was mijn Crisiskaart belangrijker dan mijn paspoort!
Tabitha is Crisiskaartconsulent: ‘Mooi werk met héél veel voldoening’
“Mooi werk dat héél veel voldoening geeft”, aldus Tabitha. “Je ziet dat mensen inzicht krijgen in hun eigen situatie. Dat zorgt weer voor meer zelfvertrouwen. Het proces om tot een Crisiskaart te komen, is minstens even belangrijk als het daadwerkelijke dragen van de kaart.”
Al vier jaar is Tabitha werkzaam als Crisiskaart consulent, en al tientallen personen maakten met haar ondersteuning hun eigen plan en Crisiskaart.
In een voorgesprek bespreekt elke toekomstige kaarthouder de opties met Tabitha. “De mensen komen langs op ons kantoor, of ik kom bij ze thuis. Tijdens het voorgesprek maak ik een inschatting van de situatie en of een Crisiskaart inderdaad uitkomst biedt.”
Dat eerste gesprek is altijd aftasten. Veel mensen vinden het bijvoorbeeld niet prettig om over een “crisis” te spreken, en dat is begrijpelijk. Tabitha: “Daarom zijn de gesprekken soms best moeilijk voor de betrokkenen. Uiteindelijk werken we samen een gespreksformulier af dat meer inzicht geeft. En dan komen mensen soms inderdaad tot verrassende inzichten. Zo herkennen ze plots de signalen die duiden op een naderende crisis, en beseffen ze wat ze zelf kunnen doen om de spanning en verwarring te verminderen.”
De rol van Tabitha is vooral ondersteunend, maar toch weet zij als geen ander wat mensen soms doormaken. Elke Crisiskaartconsulent is bij voorkeur ervaringsdeskundige. “Ik heb inderdaad ook met de GGz-mallemolen te maken gehad. Dat begon met paniekaanvallen. Ik merkte dat mensen dan niet wisten hoe zij met mij om moesten gaan, en dat maakte de paniek alleen maar groter.”
Soms toont de Crisiskaart haar waarde als het echt nodig is. Tabitha: “Er was een meneer die in verwarring de straat op ging. De politie wilde hem al meenemen, totdat de Crisiskaart liet zien dat deze meneer in een pension woonde. Daar is hij toen naartoe gebracht, waarna de verwarring afnam.”